Wie van theater houdt kan niet om Wigle Ruiter heen, een begrip in de theaterwereld.
(Vele vormen van theater, zoals poppenspel, toneel en goochelen, genieten zijn belangstelling).


POPPenSPEL

Wigle heeft veel te danken aan "de pake fan in buorjonge" (Oene Kampen). Dat was een middenstander die, om de eindjes wat royaler aan elkaar te knopen, niet alleen een winkel dreef, maar 's avonds het toneel opging. Het was in de na-oorlogse jaren en iets bijverdienen in het vermaak van publiek werd veel meer gedaan, bijvoorbeeld door Tetman de Vries en Barend van der Veen.
De pake ging stad en land af met een cabaretprogramma. Hij verzon er ook nog een poppenkastvoorstelling bij, waarmee hij 's middags de dorpskinderen kon vermaken.

De opa stopte er mee en de poppenkast met alle poppen was voor Wigle's buurjongen. maar die had er niet echt veel belang bij, Wigle wel.
De kast, poppen en de decors belandden bij Wigle thuis, gratis en voor niks.
De onderwijzer van de basisschool - die toneel en alles wat daarmee samenhangt een warm hart toedroeg - vroeg hem of hij een keer in school wilde spelen. Dat werd een succes.
Later gaf Wigle ook op andere scholen voorstellingen en de opbrengst ging naar een goed doel.

Daarna kreeg de poppenkast ruim de tijd om flink stoffig te worden. Wigle zijn belangstelling ging meer uit naar het toneelspel, waarbij hij meer kontakt kreeg met het publiek.
Het theater, de show, dat sprak hem aan. Hij breidde zijn repertoire uit met goochelacts, maar een hele voorstelling vullen met verdwijnende konijnen, lange linten uit een binnenzak en kaarttrucs, dat was toch wel wat veel van het goede en dus zocht Wigle de poppenkast weer op.

Eerst borduurde hij (samen met Lysbeth v.d. Werf [166 KB] ) verder op een paar oude succesnummers, maar langzamerhand groeide de behoefte om meer met eigen ideeën te gaan werken, er zelfs iets anders, moderners, van te maken.

Helpgraach

Sa hjit de kabouter, dy 't de haedpersoan is yn it poppespul.
Hy nimt it op tsjin de ûndogenske bok Bearend, dy 't forsjoen hat op de moaije blommen fan baes Klaes en Pytsje de boerinne.
De bok komt raer to pal, mar foar Klaes en Pytsje en Gelly (de geit) rint it allegearre aldergeloks goed ôf'.
In forhael fol spanning en humor en boppedat "pedagogysk forantwurde".
Bern fan 4 oant en mei 12 jier sille har der ta de teannen ut mei formeitsje en de greate minsken sjogge der ek noch mei wille nei.




Lering ende vermaeck

Een poppenkast wordt al eeuwenlang gebruikt "ter lering ende vermaeck" van het publiek.
Want behalve voor het vermaken van kinderen, wordt het poppenspel ook als middel gebruikt om een bepaald doel te bereiken.
Zo wordt het poppentheater ingezet op sommige scholen, waarbij op een speelse manier onderwerpen behandeld en problemen uitgespeeld kunnen worden.
"Alles is mogelijk, dat is juist zo leuk van theater".

Maatschappelijke problemen

"Wigle beschikt over het vermogen zijn publiek te laten geloven in zijn verhaal en in zijn poppen. Hij brengt zijn programma op een natuurlijke, ongekunstelde wijze. Hij betrekt de kinderen in het spel en heeft een uitstekend gevoel voor timing, waardoor hij de aandacht tot het laatste moment weet vast te houden.
De zelfgemaakte poppen zien er prachtig uit, alles met het juiste gevoel voor kleur en verhoudingen.

Er kan eventueel een combinatie van goochelen/poppenspel gemaakt worden.
In de programma’s, bedoeld voor kinderen vanaf vier jaar, worden spelenderwijs maatschappelijke problemen aangesneden. Zoals het milieu, discriminatie, de tegenstelling tussen arm en rijk, oorlog en vrede en goed en kwaad.
Door ieder verhaal loopt een ‘rode draad’, maar er komt ook veel improvisatie aan te pas".

De Gouden Hoed

Dit poppenspel gaat over de tegenstelling tussen rijk en arm. Een handvol rijken heeft feitelijk de macht in handen en bepalen het wereldlot. Terwijl een tiental heren "Zwem-in-'t-qeld" een gouden hoed bezit, waaruit ze geld en goed naar hartewens te voorschijn kunnen toveren, hebben duizenden aardbewoners geen knoop aan d'r jas of zelfs helemaal geen jas.
Vele Paupers trachten de begeerde Hoed te bemachtigen om -

geïnspireerd door Ideea - de aardse goederen te verdelen zodat ieder leven kan.
Bezitten zij eenmaal de Gouden Hoed, dan blijkt alles bij het oude te blijven; niets verandert, alles gaat gewoon door zoals vroeger.
Vandaar dat ik voor dit poppenspel als het muzikale leitmotief koos het bekende chanson van de Poppys
"Non, non, rien n'a changé tout continué, hei, hei."

Professioneel

Wigle pakte het theaterwerk professioneel aan. Zo speelde hij enige tijd bij toneel-gezelschap Tryater, terwijl ook het poppentheater steeds meer bekendheid kreeg.
Hij creëerde een eigen vorm en stijl en volgde vele toneelcursussen, decor-bouw, belichting en regie.


Uit de krant:

 

"Vlinders zijn vrij"

Als je als jonge vrijgezel je eerste eigen appartement betrekt, kom je te weten wat opwinding is. Ook al heb je alleen koud water, het feit dat de buurvrouw een jonge actrice is, maakt het allemaal goed. Voor Don begint het zelfs nog beter, want zijn kersverse buurvrouw stelt voor een vriendschap zonder barrières te beginnen en ze besluiten de tussendeur weg te halen. Dan ontdekken we dat Don blind is en dat hij zelfstandig wilde gaan wonen om zijn overbezorgde moeder te ontvluchten, zodat hij kan ontdekken of hij talent heeft voor het schrijven van teksten.
 
Leeuwarder toneelvereniging TOG kan best tevreden zijn met recentie van Wim Helversteyn in Haarlems Dagblad!
Hij schrijft over onvervalst amateurtoneel, spontaan spel in een razend tempo, recht voor z’n raap.... het natuurtalent van Mien Buising. “Onbevangen, geen koorts omdat de koningin zit toe te kijken en vooral enthousiast omdat ze in die Hollandse stad zo’n meelevend en klapgraag publiek aantreffen”.

Over de spelers.
Mien Buising
: zij maakte van het meisje een gave creatie, formidabel spel, helemaal echt en zonder bijbedoelingen.
Wigle Ruiter, die tot in de kleinste details overtuigend zijn rol naar de toeschouwers vertaalde.
Aafke Toren: een dominerende moeder die van zichzelf niet kon vermoeden hoe zij haar zoon tot een eigen leven bracht.
“Deze drie, met Ron Ploeger in een ondersteunende rol, lieten zien, dat het toneel niet alleen bij de gratie van experimenten recht van bestaan heeft.”
En tenslotte: “Een fijne toneelavond. Wat de jury er ook van moge denken.”
“Ik zou zo graag weten hoe het met jullie in het stuk afloopt”.
Dat was de reactie van koningin Juliana toen zij kennis maakte met de spelers van TOG. Met spanning had zij hun verrichtingen in “Vlinders zijn vrij” gevolgd, een voorstelling door de Friezen in het kader van het Nationale Landjuweel. Het werd in de pauze een genoeglijk onderonsje tussen de koningin en de spelers en bestuur van deze ploeg uit Leeuwarden.

"Wigle Ruiter kin toverje"

Grutte bewûndering kin men hawwe foar in man dy't in seal mei sa'n twahûndert bern yn 'e besnijing wit te hâlden. Dêr slagge Wigle justermiddei treflik yn mei syn poppekast "Ik woe dat ik toverje koe", yn it mienskipssintrum "de Klink" yn Koudum.

Syn ferhaal fyn ik persoanlik dreech, mar as de bern oant de ein ta mei sân pear earen harkje, hat er syn doel berikt.
By de poppekast giet it om in postboade dy't in pratende blom tsjinkomt. De "blom" is betsjoend troch in tovener. It sprekt foar himsels dat de post mei in protte omgûcheljen der yn slagje moat om de blom syn normaal stâl werom te jaan:
it blykt in moai knyntsje te wêzen.
Spitich fyn ik it dat Wigle al oan it begjin ferklapt dat de blom froeger in knyn wie en troch de tovener Oetsi Foetsi hommels feroare is. De spanning is dêrmei te gau trochbrutsen. Ek syn eigen optreden foar de poppekast en somtiden mei bern op it poadium is minder passend. Men sjocht Wigle fan benefter de poppekast kommen, tekst en útlis jaan oer it fierdere ferrin of it skoft oankundigjen. Mei in sêfte stim sprekt hysels de bern oan, wylst de “poppen” helte better fersteanber binne. As Wigle boppedat tsjin twa bern op it poadium praat, is wat hja bekonkelje hast net te folgjen.
Fakman
Krekt mei it each op soksoarte saken is it knap dat er de bern dochs wer rêd yn 'e besnijing wit te krijen. Dat tekent in fakman dochs. De tekst is op in pear wurdsjes nei tige begryplik. De bern oant acht jier hawwe sa te belústerjen foaral muoite mei wurden as "útnoeging". Lokkich wurdt dit goed makke troch it spul gewoan trochgean te litten: wat de earen misse, pakt it each dan wol op. Oer it algemien is it poppespul tige slagge en as dat mei in groep fan twahûndert bern berikt wurdt, seit dat op himsels al genôch.

Jelle Raap

Cultuurtje op zondag

in alle opzichten geslaagd

Alles wijst erop dat de culturele raad Skartsterlân met haar “Cultuurtje op zondag” in de roos heeft geschoten. Zoals bekend is het “Cultuurtje op zondag” in de plaats gekomen van min of meer traditionele koffieconcerten.

Bezoekers kunnen hun komst naar “De Nieuwe Oorsprong” te Sint Nicolaasga combineren met een verfrissende boswandeling.
In de concertzaal konden de aanwezigen genieten van een programma rondom de hoorn....
Het pianospel was een voortreffelijke combinatie bij hoorn en harp....
 
Voor het jongere publiek waren het Wigle en Aly Ruiter die in een daartoe omgebouwd theaterzaaltje volledige aandacht opeisten.
Een gevarieerd programma met poppen en goochelspel sprak tot de verbeelding.
De wijze waarop Wigle de kinderen bij het programma weet te betrekken dwingt respect af.
Een van de jonge aanwezigen mocht zelfs tijdens het goochelprogramma een kort examen afleggen.
Haar beloning was een goocheldiploma.

De culturele raad zal zeker op deze weg voortgaan.

Aly en Wigle

Archief:

Tot ziens